Beweging #104

Of ze wat vragen mag stellen. Een dergelijk verzoek is altijd een vraag. Nooit formuleert iemand het als een bevel: jou ga ik nu eens uiterst vakkundig aan de tand voelen. Willens nillens. Vragen over literatuur en klimaat, die schotelt ze je voor. Tijdens je bij wijlen uitgesponnen antwoorden, gebeurt er in je brein iets wonderlijks: haar vragen zetten je aan het denken en brengen je op ideeën. Zo draait het interview op een halve brainstorm uit. En als het eenmaal aan het stormen is, gaat de wind niet zo snel liggen. Dus van zodra je van de vragensteller afscheid hebt genomen, moet je die ideeën noteren. Het is sterker dan jezelf. En als jij eenmaal aan het notuleren begint, dan is het einde zoek. En zo heb je nooit gedaan. 

Advertentie
Geplaatst in Beweging, proza, ultrakort | Een reactie plaatsen

Beweging #103

Even verpozen. Even lezen. Op een dag waarin je acht uur voor de klas staat, mag het wel. Dus daar duik je weer een koffiebar in. Een goedgevulde. Ook in goedgevulde ruimtes weet je doorgaans de wereld probleemloos buiten te sluiten. Vandaag slaag je er niet in om je op de lectuur te concentreren. Vlak naast je zitten drie kipjes te kakelen. Eén kipje kakelt over grootmoeder kip en grootmoeder kip. Met de ene kip ging ze wel eens naakt in bad. Van de andere kip heeft ze nog niet eens de bustehouder gezien. Interessant. Toch even noteren. Je diept je laptop op. Wanneer je die weer dichtklapt, pochen ze over een programmaatje. Het helpt om hun teksten aanzienlijk beter te maken. Het heeft vast ook invloed op gekakel. Ach. Dat programmaatje duikt vaker en vaker op. Een opengeslagen boek op een dichtgeklapte laptop, zo kan het ook, denk je. De virtuositeit sijpelt van de bladzijden rechtstreeks naar het toetsenbord. Wacht maar, de volgende keer dat je de toetsen beroert. Wat je dan tevoorschijn tovert. Ach. Dat gekakel, dat programmaatje in jouw hoofd. Leg dat maar eens het zwijgen op. 

Geplaatst in Beweging, proza, ultrakort | Een reactie plaatsen

Beweging #102

Heerlijk. Treinrit. Leestijd. Ruimschoots een uur heb je. En weg ben je. Weg is de wereld. Tot een stem je uit de Zweedse sneeuw haalt. Vervoersbewijs! Vervoersbewijs? Oh ja. Op zoek naar je portefeuille, daar het bewijs uit opdiepen, het open plooien, het tonen, het na een knikje dichtvouwen, weer in de portefeuille stoppen en die in de binnenzak van je jas, die binnenzak dichtritsen. Dan de sneeuw weer in. Waar waren je voetsporen ook alweer? En weer verdwaal je. Tot er weer: vervoersbewijs! Heb ik al getoond, wil je zeggen:, maar het is een andere conducteur. Heel de mikmak opnieuw. Deze wil zelfs knippen. Extra tijdsverlies. Nog meer verlies tijdens je overstap, een ritje van iets meer dan vijf minuten. Wat is dat vandaag? Op de pakweg laatste tien treinritten lieten ze je met rust. Klasse. Kunnen we voortaan afspreken, heren en dames van de spoorwegen, dat wanneer u iemand in een boek verdiept ziet, u er voetstoots van mag uitgaan dat de lezer in kwestie een vervoersbewijs heeft? Doorgaans zijn lezers wel te vertrouwen. Laat lezers lezen. Slapende honden maakt u toch ook niet wakker?

Geplaatst in Beweging, proza, ultrakort | Een reactie plaatsen

Beweging #101

Twijfel. Altijd weer die twijfel. Goed. De opdrachtgever mocht er na een eerste snelle lezing dan al wel dol op zijn, maar toch, maar toch. Is het verhaal er wel eentje voor de gevraagde doelgroep? Twaalf- tot zeventienjarigen. Wat jou betreft is het eigenlijk meer voor volwassenen. Ondanks het feit dat het, jawel, jawel, uitsluitend met eenlettergrepige woorden aan elkaar hangt. Ze lazen zelf al gretig, als je je verhaal nu eens aan de zonnen voorschotelt? Het voorlezen wordt meer spelen. Als er in het verhaal iets met een grote krachtinspanning wordt opgetild, dan gaat de jongste zon vanop je schoot de lucht in. Het ver van je afwerpen dat daarop volgt, nou goed, daar houd je jezelf dan toch even in. Na de zes bladzijden is de twijfel alleen maar toegenomen. Beide zonnen omarmen het verhaal, weten naadloos te vertellen wat erin gebeurt. Voor welke doelgroep is dit verhaal nu eigenlijk? Of zijn de zonnen simpelweg erg volwassen voor hun leeftijd? 

Geplaatst in Beweging, proza, ultrakort | Een reactie plaatsen

Beweging #100

Of ze nog eens naar dat programma. Want dat dat toch leuk. En heel erg spannend. Een tijdje geleden hengelden ze ernaar. Jullie kozen voor het oudste seizoen dat er te vinden was. Blijkt dat over een week niet meer te bekijken. Dus nadat jullie er gisterenavond al een volledige aflevering doorjoegen, vinken jullie er na het ontbijt nog eentje af. Als de zonnen het voor het zeggen hadden, maar dat hebben ze niet, volgt meteen de volgende. Je doorziet hen. Nog voor ze die ochtend één hap door de keel hadden geslikt, hadden ze zich al laten ontvallen dat ze een hele dag niet naar buiten wilden. Doorheen de dag weet je hen een paar keer met smoesjes de straat op te lokken. Tegen de avond aan wordt de spanning ook jou te machtig. Dus kruipen jullie met z’n drieën weer dicht bij elkaar. Tegenwoordig schijnt voor zo’n marathonnetje een Engelstalige term erg in zwang te zijn. Die neem je in het bijzijn van de zonnen niet in de mond. Op het moment dat jullie daar zo zitten, denk je er zelfs niet aan. Het is pas wanneer zij al een hele tijd in bed liggen, dat je beseft waaraan jullie jullie schuldig hebben gemaakt. 

Geplaatst in Beweging, proza, ultrakort | Een reactie plaatsen

Beweging #99

Een sjaal. Een muts. Allebei ravenzwart. Ongebruikelijke objecten langs het parcours. Zijn dat niet: eksterogen, hazenlippen, een eekhoorn. Ja, ja, weer een eekhoorn. Bruinrood. Ze. Zover reikt je kennis intussen wel. Dat je meteen ziet dat dit een vrouwtjeseekhoorn is. Ze staat fier rechtop. Klaar om met haar voorpoten te applaudisseren. Of zou ze een high five willen geven? Blijkbaar niet. In een flits schiet ze weg. Vandaag ook veelvuldig op het parcours: plassen. Eerst slalom je eromheen. Maar je bent een slechte skiër. Correctie: je bent hoegenaamd geen skiër. Je bent een veldloper. Nou ja, een voormalig veldloper. Dus op den duur knal je er gewoon lekker door, door die plassen. Zijn die nieuwe sokken aan je oude benen ook meteen ingewijd. 

Geplaatst in Beweging, proza, ultrakort | Een reactie plaatsen

Beweging #98

Die ene god die onmiddellijk straft, had vast eerst anderen aan te pakken. Bijvoorbeeld om half vier vannacht. Wat een spektakel aan je slaapkamerraam. Geen gekletter meer toen je naar de ochtendles fietste. Ook op weg naar huis hield je het droog. De sluizen gingen weer open wanneer je je over je middagmaal boog. Dan toch maar die regenbroek aan, maar veel druppels ving je niet, zo onderweg naar de middagles. Niet één druppel zelfs wanneer je daarna naar een koffiebar wandelde. Ja, ja, alweer naar een koffiebar. Het duurde niet lang of daarbuiten ving het straffen weer in alle hevigheid aan. Jou viel maar een milde straf ten deel tijdens de korte wandeling naar de avondles. Pas daarna had die ene god het ook op jou gemunt. Al zag je er niet veel redenen toe, het zette je tot zingen en neuriën aan. Als je dan toch met man en muis moet vergaan, ben je graag het orkest dat koppig blijft spelen. De gemoedelijke zondvloed waar je doorheen peddelde, leek aardig op het spektakel van half vier die nacht. Wat deed je toen in godsnaam aan je slaapkamerraam? 

Geplaatst in Beweging, proza, ultrakort | Een reactie plaatsen

Beweging #97

Voor de school van de jongste zon moet je naar het westen, voor die van de oudste naar het oosten. Of omgekeerd. Soms weet je niet goed waar het noorden zich bevindt. Wat wel zeker is: de tijd die je op de fiets spendeert als je hen brengt of haalt. Om en bij het uur. Bij weer als dit is er een thuisblijfmaatregel. Vandaag breng je eerst de jongste. Na ongeveer een halfuur pik je de oudste op. Papa! Jij lijkt wel de verschrikkelijke sneeuwman. Wanneer het uur is volgemaakt, zie je er alleen nog maar verschrikkelijk uit. Eerst een kopje koffie. Dan kleed je je uit. Meteen kleed je je weer aan. En daar ga je weer, op zoek naar een skiberg, een parelwit strand, een runners high uit de duizend.

Geplaatst in Beweging, proza, ultrakort | Een reactie plaatsen

Beweging #96

Zo. Dat was dat. De nacht zit er weer eens op. Voor je het bed uit rolt, werp je een blik op de klok. Het blijkt vier uur. Juist. Er glipt nog geen licht naast je in bed. De zon komt, maar nu nog niet, nu nog niet. Heb je dan zo’n zin in de dag? Geef toe, toen je het bed in dook, zag je geen brood in wat er kwam. Toch? Vond je niet dat je wat te veel aan je hoofd had? Ja, toch? Maak je er nu plots wel graag werk van? Best wel vreemd hoe het na één nacht, de helft van een nacht, draait. Hoe komt het dat je er zo’n zin in hebt? Hoe laat was het toen die zin in je lijf kroop? Kwam het door iets in een droom? Zeg op, staat er je niet vaag iets van bij? Denk eens na. Denk eens diep, diep na. En zak dan maar weer weg. Slaap nog maar een uur of twee, drie. 

Geplaatst in Beweging, proza, ultrakort | Een reactie plaatsen

Beweging #95

Toch niet meer zo jong als in je jeugd. Voor je de derde ronde van het joggingparcours aanvat, houd je een tel halt. Jaren en jaren geleden deed je dat niet. Na het zoveelste rondje stonden ze hier. Met z’n drieën. In het midden die ene. Stop, beval één van hen toen je weer eens kwam aanvliegen. De ene wilde wat vragen. Vragen? Stoppen? Nee. Durfde je niet. Eerst moed verzamelen. Toen je er weer was, waren ze weg. Afgedropen. Pech. Dan nog maar een rondje. Een tijdje later. In de keuken. Een vraag van je moeder. Of je het had gehoord? Van dat meisje. Dat ze. Je verstomde. Had je maar. Dan was zij niet. Soms denk je, hoop je, dat de herinnering geen herinnering is. Het geheugen maakt wel vaker zijn eigen waarheid. Wat als dit de waarheid was: straks tref je haar hier gewoon aan de toog. Zij herkent jou meteen. Jij herkent haar meteen. Maar. Zijn hier nog wel cafés? De cafés uit je jeugd gingen één na één tegen de vlakte. Ach. Was er maar geen tijd. Geen dood. 

Geplaatst in Beweging, proza, ultrakort | Een reactie plaatsen