Geen boek, geen film met ondertitels. Op de zeldzame avonden dat me de behoefte ontbreekt te lezen, trek ik naar het theater. Zo ook gisteren. Vlak voor ik de wandeling aanving, gooide ik er een allerlaatste koffie tegenaan. De schuld van een beperkte nachtrust. En het zou zonde van het ticket zijn, mocht ik tijdens de voortelling in slaap dommelen. Dat was me ooit gebeurd.
In de zaal ging na de jas ook meteen de trui uit. Van het vorige voorval had ik onthouden dat je het in een theaterzaal niet te warm mag krijgen. Al te warm zou de jongedame tegen de toneelmuur het vast ook niet hebben. De hele tijd stond ze in een gebatikt rood kleedje geduldig te wachten om eraan te beginnen. Ik was alleen. Zij gaf me wat om naar te kijken. Veel meer was er op het kale podium niet te ontwaren.
De zaallichten doofden. Waarop ze wat in het rond begon te rennen, zich al eens aan een sprong waagde. Waarna een actrice wat in een vreemde taal kwam bazelen. Grieks, begreep ik. Iemand lachte met de boventitels. Ik was het niet. Het was één van die zeldzame avonden waarop iets in me zich hevig tegen lezen verzette. Als ik al wat wou lezen, waren het de emoties op de gezichten van acteurs en actrices. Dat werd me ontnomen doordat mijn ogen zich gedurende de voorstelling constant op de verspringende zinnen vastpinden.
Goed, nadat de Griekse actrice in de coulissen verdwenen was, kreeg ik even waar voor mijn geld. Iets meer dan een handvol acteurs kwamen samen met het rode kleedje wat in het rond huppelen. Helaas, het deed me niks. Net als de rest van de voorstelling. Aan het eind bleven mijn handen op mijn knieën liggen. Geen applaus. Trui en jas aan. Rechtstaan.
Twee rijen achter me sprak een man mijn oordeel uit: Ik vond het slecht. Misschien wil ook hij wel op zo’n zeldzame avond de behoefte voeden om zelf nog eens met theater aan de slag te gaan. Misschien had ook hij wel er recent een aantal bijgewoond die dat effect op hem hadden gehad. Gisterenavond hoefde het allemaal niet meer zo nodig voor me. Trager dan mijn lichaam het van me gewend is, sleepte ik ons naar huis.