Dag Jef,
In ons vorige leven zaten we bij Del Rey aan tafel. Ik organiseerde de persconferentie, jij was er te gast. In De Zaak Alzheimer had ik net op een zinnetje over de chocolatier gestoten. Na het vertrek van de persmuskieten trokken we naar de filmset. Volg me maar, zei je. Mijn Honda heeft een dubbele uitlaat.
In het merk kan ik me vergissen, je uitspraak over de dubbele uitlaat staat me glashelder bij. Nog een geluk dat je hem niet op zijn staart trapte, zoals Vincke zijn Porsche in De Cu Chi Case. In een mum van tijd zou je me zijn kwijtgespeeld. Een beetje zoals je me in deze thriller gaandeweg verloor.
Ik begon eraan daags voor Hemelvaart. De dag waarop het eerste hoofdstuk plaatsvindt. Ach, het toeval, Jef. Het trof me dat je ook hier tussen neus en lippen Del Rey vermeldt. Doe je dat in elke Vincke en Verstuyft?
Mijn vorige ontmoeting met het duo stamt dus uit een vorig leven, maar ik meen mij toch te herinneren dat je me toentertijd meermaals naar het puntje van mijn stoel dwong. Deed je nu heel even aan het begin, bij de bij wijlen saillante details van de moord. Daarna nam de spanning af en bekroop me het gevoel een historisch document onder ogen te hebben.
Bijna helemaal aan het eind sprong mijn hart toch nog een keertje op: Vietnamees is nogal moeilijk. Het zijn allemaal eenlettergrepige woorden met rijzende en dalende accenten, keelklanken en implosieven.
Sinds een aantal jaren heb ik wat met eenlettergrepige woorden, Jef. Vertel ik weleens over in een volgend leven.
goede groet, David